Spring naar inhoud

Spelregels

Spelregels van toepassing tijdens Bommel Beach

Wedstrijdreglement

  • Er wordt 3 tegen 3 gespeeld.
  • Een wedstrijd bestaat uit twee sets van ieder circa 10 minuten.
  • Iedere gewonnen set levert 1 punt op. Bij een gelijke stand in de set wordt een beslissend punt gespeeld.
  • Bij gelijk eindigen in de poule, geeft het puntensaldo van alle sets de doorslag.
  • Wanneer bij een finale wedstrijd de setstand 1-1 is, dan is het onderlinge puntensaldo doorslaggevend. Is dit ook gelijk, dan wordt er een derde set gespeeld. Er wordt dan getost om de service. Wie het eerst 5 punten heeft, wint.
  • Begin en einde van een set worden aangegeven door een geluidssignaal. Het eindsignaal van de eerste set is tevens het beginsignaal van de tweede.
  • De stand op het moment van het eindsignaal is de eindstand van die set. Dat betekent dat een rally die nog bezig is niet meer uit gespeeld wordt.
  • Er zijn geen time-outs toegestaan.
  • Elk team dient te zorgen voor een scheidsrechter en een teller voor het fluiten van enkele wedstrijden.
  • De scheidsrechters leveren na het eindsignaal de volledig ingevulde wedstrijdbriefjes in bij de wedstrijdtafel.
  • Iedereen speelt op eigen risico.
  • In alle gevallen waarin dit wedstrijdreglement niet voorziet beslist de Bommel Beach commissie.

Spelregels

  • Er wordt gespeeld volgens het rally-point systeem: nadat de bal in het spel gebracht is kunnen beide teams dus een punt scoren.
  • De spelers zijn vrij in het kiezen van hun positie: er kunnen geen opstellingsfouten gemaakt worden. Bij een volgende servicebeurt dient echter wel de volgende speler te serveren.
  • Na maximaal drie aanrakingen (incl. een blokaanraking) dient de bal over het net gespeeld te worden. Na een blok mag een team dus nog twee keer de bal spelen.
  • De middellijn mag overschreden worden, mits de tegenstander niet gehinderd wordt en het net niet geraakt wordt als de bal dicht in de buurt is.
  • Er is slechts één opslagpoging toegestaan. Bij de opslag mag de bal het net raken. De opslag mag niet meteen geblokkeerd of afgesmashed worden.
  • De verwerking van hard gesmashte ballen dient soepel te worden beoordeeld. De bal mag met het gehele lichaam worden gespeeld.
  • Elke speler mag vanuit het hele speelveld aanvallen.

Ter verduidelijking de beachvolleybal basis aanval technieken:

  • 1. Smash = een hard geslagen bal met open hand.
  • 2. Shot = een zacht geslagen, geplaatste bal met open hand.
  • 3. Pokeshot = een met de knokkels gespeelde bal.
  • Als een bal naar de overzijde wordt gespeeld mag er geen zacht/lang contact zijn.
  • Een push- of duwtechniek, waarbij sturing wordt gegeven aan de bal is dus niet toegestaan.
  • Bij het bovenhands spelen van een setup (aanvalsopzet voor smash, shot of push) hoeft er geen kort contact te zijn, maar er mag niet zijdelings worden gespeeld (enkel loodrecht op de schouderlijn)
  • Na het bovenhands spelen mag de bal geen draaiende beweging vertonen. Geen effect en niet meer dan een enkele omwenteling van de bal.
  • Een blok telt als een contact, waarna de bal dus nog maar 2 keer mag worden geraakt als hij aan dezelfde zijde van het net blijft.
  • De bal mag na een blok wel nogmaals door de oorspronkelijke blokkeerder worden gespeeld. Wel wordt dit dan als 2e contact van het team beschouwd.